Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wanneer [54]gij roepen zult, zo laat die, [55]die van u vergaderd zijn, u redden; doch de wind zal hen allen wegvoeren, de ijdelheid zal hen wegnemen. Maar die op Mij betrouwt, die zal het aardrijk erven, en [56]Mijn heiligen berg erfelijk bezitten. 54. Te weten in nood zijnde en hulp van mij verzoekende. 55. Alsof de Heere zeide: Ik zal u niet verlossen, laat zien of de Assyrische soldaten, die gij tot uwe hulp vergaderd hebt, u zullen kunnen redden. 56. Dat is, hij zal hier op aarde zijn een lidmaat mijner gemeente en na dit leven het eeuwige leven beerven. Hebreeuws, den berg mijner heiligheid. Vergelijk hiermede Ps.37:9, en hfdst.2 vs.2, en hfdst.56 vs.7.